Net voor de vakantie kwam in het nieuws, dat enkele overheidsinstanties flink investeren in open source software: er is een project gestart dat de interoperabiliteit van LibreOffice en OpenOffice met de nieuwste bestandsformaten van Microsoft Office gaat verbeteren. [1] De partijen leggen daarvoor 140.000 Euro op tafel.
Dat is dus wat open source echt is: als gebruiker van een product kun je de ontwikkeling van functies die belangrijk voor je zijn steunen. Simpel, direct. De kwaliteit van het product groeit en de waarde neemt toe, ook voor andere gebruikers.
Het is dus logisch dat ook overheden op deze manier investeren in de kwaliteit van hun hulpmiddelen. Het project waar we het hier over hebben, gaat over verbeteren van interoperabiliteit. Belangrijk, want een slechte interoperabiliteit is een bron van frustratie en onvrijheid. [2] [3]
Meer vrijheid in het gebruiken van office-programma's is extra belangrijk, want dat opent de mogelijkheid om een open source desktop in te zetten.
Open source gaat over vrijheid van keuze en controle over processen en inhoud, over eigendom van informatie. Slimme organisaties, en zeker overheden, letten daar goed op.
De overheidsinstanties die in dit specifieke voorbeeld investeren in Open- en LibreOffice, zijn de Duitse gemeenten van München, Jena en Frieburg, en het Federale Hooggerechtshof van Zwitserland, de Zwitserse Federale IT Stuurgroep (FITSU) en het Zwitsterse canton Vaud. Het zijn in dit voorbeeld dus geen Nederlandse overheden. Geeft dat te denken??
Over dat onderwerp binnenkort een volgend artikel! (En wel voor de aanstaande verkiezingen ;-) )
woensdag 5 september 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten